Deze brief verscheen op VROUW.nl in mijn rubriek De Spijtbrieven:

Lieve mama in Indonesië,                                                        

Ik schrijf je, omdat ik wel eens aan je denk. Omdat ik hardop tegen je praat, zo nu en dan. Alsof je bij heel dicht bij me bent. Wat in zekere zin ook zo is. Jij en ik, we zijn altijd met elkaar verbonden. Ook al heb ik je nooit gekend. Nooit vastgehouden. En zal dat ook niet meer gebeuren…

Ik schrijf je, omdat ik je wil vertellen over mijn leven. Hoe ik, kort nadat jij me had afgestaan, terechtkwam in een tehuis. En maanden later aan twee liefdevolle mensen werd toegewezen in Nederland, die ik sindsdien papa en mama noem. Als vijf maanden oude baby vloog ik uit Indonesië naar de andere kant van de wereld. Weg uit mijn geboorteland, mijn cultuur, mijn natuurlijke habitat. Nog verder weg van jou. Een turbulente herstart. Ik moest wennen aan een nieuwe omgeving, die tot op de dag van vandaag nog steeds voelt als een geleende jas. Ja, hij past. Hij zit prima en houdt me warm. Maar hij is niet van mij.

SLAAPLIEDJE

Wees gerust, ik kwam goed terecht, mama. Groeide op in een liefdevol gezin. Toch voelde ik me nooit volledig senang. Alsof er iets aan mij ontbrak. Toen ik een jaar of twintig was, hoorde ik ‘Nina Bobo’ voor het eerst. Een Indonesisch slaapliedje. Het deed me glimlachen. Rust in mijn hoofd en kriebels in mijn buik. Mijn lichaam herkende de melodie. Ik kon alleen niet bedenken waarvan.

Ik dacht weleens aan jou. Wanneer ik in de spiegel keek, hoopte ik jou terug te vinden. En vroeg ik me af of het jouw ogen waren die me aankeken. Of jij de wereld hetzelfde zag als ik. Hoe je klonk, hoe je rook en hoe je bewoog. Hoe het zou voelen als je me omhelsde. En of je ook weleens aan mij dacht. Maar vooral of je spijt had. Toch zette mijn nieuwsgierigheid me er nooit toe aan om naar jou op zoek te gaan. Er waren dagen waarop ik dacht dat ik er simpelweg geen behoefte aan had jou te vinden. Andere dagen wilde ik juist niets liever dan dat. En sommige dagen was ik bang. Wat als je me zou afwijzen? Het idee met jou herenigd te worden, was zowel betoverend als angstaanjagend.

HOE JOUW HART MOET ZIJN GEBROKEN
Totdat ik zelf moeder werd. En de liefde voor mijn kinderen zoveel groter bleek te zijn dan ik me vooraf had kunnen indenken. De vragen die in mijn hoofd ontstonden, verwarden me. Hoe kon een moeder afstand doen van haar kind? Mijn leven lang was me verteld dat het jouw immense liefde voor mij was geweest, die jou tot die keuze had gebracht. Maar wat zei dat dan over mij, als ik me als moeder simpelweg niet kon indenken ooit dezelfde keuze te maken? Tegelijkertijd deed deze vraag me beseffen dat jij voor een keuze moest hebben gestaan die in werkelijkheid nooit een keuze was. Het stille verwijt in mijn hart maakte langzaam maar zeker plaats voor empathie. Een jaar ging voorbij en ik kon me eindelijk verenigen met de gedachte dat je van me had gehouden. Ik hoefde maar te kijken naar mijn eigen dochters en ik voelde hoe jouw hart destijds moet zijn gebroken. Mijn verdriet was nooit groter geweest dan dat van jou. Met dit besef groeide ook aanzienlijk het vertrouwen in jou. En daarmee het verlangen om daadwerkelijk naar jou op zoek te gaan.

ZES DAGEN

Ik schrijf deze brief tegen beter weten in. Meer dan alles zou ik willen dat je dit had kunnen lezen. Dan zou je weten dat ik je dit jaar uiteindelijk toch heb gezocht. Na al die jaren. En dat ik je heb gevonden! Dat het me eindeloos spijt dat ik zes dagen te laat was. Te vernemen dat jij nog geen week eerder was overleden, voelde als mijn verdiende loon. Misschien heeft het zo moeten zijn.

Het spijt me. Omdat ik je weleens heb gehaat. En jou de schuld gaf van alles. Van mijn onzichtbare hartzeer tot mijn eindeloze gemis. Het spijt me dat ik je nooit heb kunnen vertellen dat ik ondanks duizenden kilometers afstand een heel leven van je hield. En hoe ik al die jaren jouw dochter ben gebleven.

Dag lieve mama, rust zacht.

Je dochter

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *