Met opzet heb ik me stilgehouden, de eerste week van november. De week waarin ineens veel werd geroepen over adoptie. Door mensen die er een mening over hadden. En door mensen die vonden dat mensen er geen mening over mochten hebben.
‘Nederland moet stoppen met adoptie uit het buitenland,’ kopten de kranten aan het begin van deze maand. Ze citeerden het advies van de RVJ (Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming) aan het kabinet. Interlandelijke adoptie zou niet per definitie in het belang zijn van het kind. Een kind dat niet bij zijn biologische ouders kan opgroeien, zou beter af zijn in eigen netwerk, in eigen land en in eigen cultuur.
Ook ik had een mening. Natuurlijk heb ik een mening. Het spreekt voor zich dat ik als geadopteerde een mening heb over een onderwerp dat zo’n wezenlijke rol heeft gespeeld (en nog steeds in zekere mate speelt) in mijn leven.
Maar dat betekent niet dat ik me geroepen voel een discussie aan te gaan. Met wie dan ook: niet-geadopteerden, medegeadopteerden. Vooral voor de laatstgenoemde groep ben ik eerlijk gezegd een beetje bang. Wat me namelijk het meest opvalt, is dat het juist de geadopteerden zijn die elkaar onderling met woorden te lijf gaan. Pijnlijk.
Iedereen heeft zijn eigen achtergrond met de daarbij horende gevoelens. “Ja, maar als adoptie verboden zou zijn, dan was ik nooit in Nederland opgegroeid en had ik het 100% zeker niet overleefd,” roepen sommigen. En ‘dus’ is het advies zoals het in de kranten stond volgens hen belachelijk. Anderen zijn het hier niet mee eens. En zo zijn er twee kampen ontstaan. Twee visies verwoord in Facebook-posts waarin het woord ‘ik’ nogal opvallend aanwezig is. Aan het aantal likes kon je zo ongeveer aflezen welk kamp het grootste was. Ik voelde meer afschuw bij het lezen van deze discussies dan bij het lezen van het omstreden krantenbericht.
Afgelopen week zag ik interviews verschijnen met adoptieouders die zich nu ineens schuldig voelen, omdat ze zojuist een kindje uit China hebben gehaald. Zo verdrietig.
Een hoop onrust. Het is dan ook een onderwerp dat met name voor geadopteerden gevoelig kan liggen, omdat het lijkt te tornen aan ons bestaansrecht (“Jij had hier nooit mogen zijn.”) Ik voeg bewust ‘lijkt’ aan deze zin toe (…).
Nogmaals, ik laat me er voor nu verder niet over uit. Het is te persoonlijk. En we zijn met z’n allen blijkbaar niet in staat om iets wat persoonlijk is, te beoordelen als zijnde persoonlijk.
Ik ben benieuwd wat er in Den Haag zal worden besloten. Als het voor geadopteerden zelf al zo ingewikkeld is…